Economische reden

De arbeidsovereenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden geschorst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken.[1] Enkel de regeling voor arbeiders wordt hieronder besproken. Het werkgebrek moet te wijten zijn aan economische factoren en dient een tijdelijk karakter te hebben. Opgelet! De werknemer dient al zijn volledige dagen inhaalrust te hebben opgenomen.

Conventionele regeling

Op voorstel van het paritair comité kan een koninklijk besluit de voorwaarden bepalen waaronder bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geheel of gedeeltelijk kan worden geschorst.[2]

Wettelijke regeling

Daar een conventionele regeling in de sector van het bezoldigd collectief personenvervoer over de weg tot op heden niet bestaat, geldt de wettelijke minimumregeling.[3]

Formaliteiten van kennisgeving bij volledige of gedeeltelijke schorsing:

  • de werkgever moet de werknemers op de hoogte brengen door middel van aanplakking op een goed zichtbare plaats in de lokalen van de onderneming, ten minste zeven dagen op voorhand (de dag van de aanplakking niet inbegrepen) of door middel van een geschreven kennisgeving aan iedere werkloos gestelde werknemer binnen dezelfde termijn;
  • de mededeling van de aanplakking of de kennisgeving wordt de dag zelf van de aanplakking of de kennisgeving elektronisch gezonden aan het werkloosheidsbureau van de RVA via de portaalsite van de sociale zekerheid www.socialezekerheid.be, rubriek Werkgevers > Sociale risico's > Tijdelijke werkloosheid en validatieboek of via gestructureerde berichten. De werkgever deelt daarenboven de economische redenen mee die de gehele of gedeeltelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen. Deze laatste deelt tevens de naam, voornamen en het identificatienummer van de werkloos gesteld werklieden mee;
  • de werkgever moet de dag van de aanplakking of de kennisgeving, de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging, de economische redenen meedelen die de gehele of gedeeltelijke schorsing verantwoorden.[4]

Een werkgever die de formaliteiten van de kennisgeving negeert, dient het loon te betalen gedurende zeven dagen vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst.[5] Indien de werkgever de overeenkomst zou schorsen voor een langere periode dan wettelijk is toegelaten, dient hij het loon te betalen gedurende de periode die de in de wet voorziene grenzen te buiten gaat.[6]

Opgelet! Vanaf 1 oktober 2012 is de werkgever verplicht om naast de melding van een periode tijdelijke werkloosheid, iedere maand de eerste effectieve dag van tijdelijke werkloosheidvoor iedere werknemer mee te delen aan de RVA. Deze melding kan gebeuren via www.socialezekerheid.be op de dag zelf, de gewone activiteitsdag ervoor of erna. De werknemers waarvoor in een bepaalde maand geen eerste effectieve werkloosheidsdag werd meegedeeld aan de RVA kunnen vanaf deze datum niet langer werkloosheidsuitkeringen ontvangen voor de dagen van tijdelijke werkloosheid van de maand.[7]

Volledige schoring

De uitvoering van de arbeidsovereenkomst kan ten hoogste voor een periode van vier weken worden geschorst. Bij het bereiken van de maximumduur moet de werkgever de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren vooraleer een nieuwe volledige of gedeeltelijke schorsing kan ingaan.

Gedeeltelijke arbeid

Maximum 3 maanden

Maximum 12 maanden

  • Minder dan 3 arbeidsdagen per week
  • Minder dan 1 arbeidsweek per 2 weken. De werkweek dient minstens 2 arbeidsdagen te bevatten

Bij het bereiken van de maximumduur moet de werkgever de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren vooraleer een nieuwe volledige of gedeeltelijke schorsing kan ingaan.

  • Ten minste 3 arbeidsdagen per week
  • Ten minste 1 arbeidsweek per 2 weken

Loonwaarborg

Tijdens de schorsing is de arbeider tijdelijk werkloos en ontvangt hij een uitkering van de RVA.

Beëindiging arbeidsovereenkomst

Tijdens de periodes van volledige en gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens economische redenen heeft de werknemer het recht de arbeidsovereenkomst zonder opzeggingstermijn of -vergoeding te beëindigen.[8]

Patronale responsabiliseringsbijdrage

Werkgevers die overdreven gebruik maken van het stelsel van economische werkloosheid voor arbeiders zijn een responsabiliseringsbijdrage verschuldigd.

Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2013[9], waardoor in 2013 een bijdrage wordt geïnd op basis van het overdreven gebruik van de economische werkloosheid in 2012.

Berekeningsformule: ((a - b) + (a - c) + (a - d) + (a - e) + (a -f)) x n

  • a = het totaal aantal dagen economische werkloosheid per arbeider aangegeven in de referteperiode;
  • b = 110;
  • c = 130;
  • d = 150;
  • e = 170;
  • f = 200;
  • n = een forfaitair bedrag dat 20 euro bedraagt,

met dien verstande dat indien de bewerking (a - b), (a - c), (a - d), (a - e) of (a - f) een negatief resultaat oplevert, dit resultaat niet wordt opgenomen in de formule.

De referteperiode is gelijk aan een kalenderjaar.

Voorbeeld: een arbeider met 150 werkloosheidsdagen in 2012:

((150 - 110) + (150 - 130) + 0 + 0 + 0) x 20 euro = 1.200 euro.[10]

Onder de 110 dagen economische werkloosheid die per arbeider in 2012 werden aangegeven, is geen bijdrage verschuldigd.

Formulieren

  • Controleformulier C 3.2 A ;
  • Betaalformulier C 3.2-WERKGEVER (mag vervangen worden door een elektronische aangifte).

Gratis via de dienst economaat van het werkloosheidsbureau van de RVA.

[1] Art. 51 Arbeidsovereenkomstenwet.

[2] Art. 51 Arbeidsovereenkomstenwet.

[3] Art. 51, § 2 Arbeidsovereenkomstenwet.

[4] Art. 51, § 2bis Arbeidsovereenkomstenwet.

[5] Art. 51, § 7 Arbeidsovereenkomstenwet.

[6] Art. 51, § 7 Arbeidsovereenkomstenwet.

[7] KB 20 september 2012 tot uitvoering van hoofdstuk 2 van titel 4 van de Programmawet van 22 juni 2012, BS 4 oktober 2012.

[8] Art. 51, § 4 Arbeidsovereenkomstenwet.

[9] Wet 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen, BS 1 augustus 2013.

[10] P. ROOS, "De responsabiliseringsbijdrage economische werkloosheid", Sociale Wegwijzer 2012, nr. 19, 3.