Tegemoetkoming woon-werkverkeer

Bedienden > Tegemeotkoming woon-werkverkeer

De grens waaronder een bediende van een tegemoetkoming in het woon-werkverkeer geniet, is van 27.750 EUR/jaar.

De tussenkomst van de werkgever is afhankelijk van de manier waarop de werknemer zich naar het werk begeeft:

  • het gemeenschappelijk openbaar treinvervoer
  • het gemeenschappelijk openbaar vervoer ander dan het treinvervoer
  • gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer
  • per fiets
  • met de eigen wagen.

1) Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

De tussenkomst van de werkgever is gelijk aan 80% van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor een overeenstemmende afstand vanaf de 1ste kilometer.

Aan de bedrijven wordt aanbevolen om zonder bijkomende kosten een derdebetalersregeling voor het treinvervoer af te sluiten met de NMBS, waarbij de overige 20% door de overheid wordt betaald, zodat de bediende kan genieten van een kosteloos woon- werkverkeer met de trein.


2) Gemeenschappelijk openbaar vervoer ander dan het treinvervoer

De bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen wordt als volgt vastgesteld:

  • wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat: de tussenkomst is gelijk aan de forfaitaire bedragen opgenomen in de CAO, zonder evenwel 75% van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;
  • wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand: de bijdrage is gelijk aan 71,8% van de effectief door de bediende betaalde prijs, zonder evenwel de forfaitaire bedragen waarvan sprake onder a) voor een overeenstemmende afstand van 7 km te overschrijden.

De werkgever komt tussen voor de verplaatsingen vanaf 3 km. Vanaf 01/07/20 geschiedt de tussenkomst vanaf 1 km.

3) Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Wanneer de bediende gebruik maakt van een combinatie van openbaar vervoermiddelen, waarvoor slechts 1 vervoerbewijs wordt afgeleverd, wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de forfaitaire bedragen waarvan sprake onder 2.

In alle andere gevallen bestaat de tussenkomst uit de som van alle tussenkomsten voor elk openbaar vervoermiddel afzonderlijk.

4) Fiets

Voor de bedienden die regelmatig gebruik maken van de fiets om zich te verplaatsen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, wordt vanaf 01/07/20 een fietsvergoeding ingevoerd. Deze bedraagt 0,10 EUR per effectief met de fiets afgelegde kilometer met een maximum van 4 EUR (max. 40 km heen en terug) per arbeidsdag.

De bedienden moeten aan de werkgever een ondertekende verklaring voorleggen waarin zij verklaren dat zij bij de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling regelmatig gebruik maken van de fiets. De fietsvergoeding is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten op het woon- werktraject, met uitzondering van de tussenkomst in het openbaar vervoer.

5) Eigen vervoer

Voor de bedienden die met eigen vervoer het woon- werktraject afleggen, is een werkgeverstussenkomst voorzien vanaf een afstand van minstens 3 km.

Deze tussenkomst is gelijk aan 50% van de prijs van een treinkaart geldig voor 1 maand in 2de klasse voor het overeenstemmend aantal kilometers.

De tussenkomst van de werkgever in het woon- werkverkeer wordt maandelijks betaald.